Trauma is een reactie op een diep verontrustende of schokkende ervaring die het vermogen van iemand om ermee om te gaan overweldigt. Het kan voortkomen uit gebeurtenissen die iemands gevoel van veiligheid of welzijn bedreigen, zoals ongevallen, geweld, misbruik of natuurrampen. Ook kan trauma ontstaan door langdurige stress of tegenslag, zoals verwaarlozing in de kindertijd of voortdurende blootstelling aan stressvolle situaties.
Trauma beïnvloedt mensen op verschillende manieren. Sommigen ervaren de symptomen meteen, terwijl bij anderen de effecten pas na verloop van tijd naar boven komen. Veelvoorkomende emotionele reacties zijn gevoelens van angst, hulpeloosheid en woede. Fysiek kunnen er symptomen optreden zoals vermoeidheid, misselijkheid of een verzwakt immuunsysteem. Psychologisch kan trauma het geheugen verstoren, het gevoel van veiligheid aantasten en het vertrouwen in anderen moeilijk maken.
Er zijn verschillende soorten trauma, zoals enkelvoudig trauma (door éénmalige gebeurtenis) en complex trauma (door langdurige of herhaalde gebeurtenissen).
Ongeheeld trauma, met name trauma dat al in de kindertijd is ontstaan, kan een diepgaande en vaak onzichtbare impact hebben op de manier waarop we ons lichaam ervaren en onze grenzen voelen. Wanneer trauma ons al vroeg in het leven raakt, komt het voor dat we onszelf afsplitsen van ons lichamelijke gevoel om de pijn te kunnen verdragen. Dit verdedigingsmechanisme, hoewel cruciaal voor overleving in dat moment, blijft vaak bestaan en verandert de relatie met ons lichaam blijvend. Het gevoel van veiligheid in ons eigen lichaam verdwijnt, en daarmee het vermogen om helder onze eigen grenzen te voelen.
Deze loskoppeling van het lichaam, het niet volledig “aanwezig” zijn in onszelf, beperkt ons vermogen om onze eigen fysieke en emotionele grenzen te herkennen en te respecteren. Zonder een diepgaande verbinding met ons lichaam worden grenzen vaag, omdat we niet duidelijk kunnen voelen waar onze eigen behoeften, comfortzones en “nee”-gevoelens liggen. Dit heeft invloed op andere aspecten van het leven, met name in relaties. Zonder dat we ons volledig bewust zijn van onze persoonlijke grenzen, wordt het moeilijk of zelfs onmogelijk om die grenzen op een gezonde manier aan anderen kenbaar te maken. We kunnen ons verliezen in de behoeften en verwachtingen van anderen, steeds verder verwijderend van onszelf.
Een misvatting over verdriet is dat het zou moeten slinken met de tijd. Vaak denken we dat we, door onszelf de tijd te geven, uiteindelijk over verdriet heen kunnen stappen. Maar verdriet werkt anders; het is geen tijdelijk ongemak dat vervaagt en verdwijnt. In plaats daarvan is het een constante in ons leven die ons vormt, terwijl wijzelf groeien en veranderen. Zoals een boom die zich buigt en nieuwe wortels slaat rond een rots in zijn weg, zo passen wij ons leven aan rond ons verdriet. Wij worden groter en vinden nieuwe manieren om te leven met dat wat ons ooit zo diep heeft geraakt. Het verdriet wordt niet kleiner, maar wij vinden een manier om ermee te leven, het op te nemen als onderdeel van ons bestaan.
Herstellen van trauma en leren om weer met het lichaam te verbinden is een lang proces. Het vraagt om geduld, moed en compassie om weer stap voor stap terug te keren naar een plek waarin we onszelf durven voelen en onze grenzen kunnen ontdekken. Alleen door opnieuw te leren voelen, kunnen we beginnen om bewust en stevig onze grenzen aan te geven, niet alleen naar anderen toe, maar ook naar onszelf. En met die groei, met die verdieping van onszelf, vinden we manieren om het verdriet niet te ontkennen, maar het in ons leven te verweven, zodat het een onderdeel wordt van de kracht die we in ons dragen.